dinsdag 10 december 2013

nooit meer wat het zal zijn.


Eerste lentedag...


“Opstaan jongens, we willen zo gaan rijden.” Het is twee uur 's nachts en Papa staat in de deuropening van mijn slaapkamer. Voorzichtig maak ik Lander wakker “Eeey, opstaan vriendje, we gaan op vakantie.” Opgewekt spring ik uit bed om mezelf in mijn roze joggingbroek te hijsen. Lander is nog niet helemaal goed wakker maar uiteindelijk is ook hij klaar voor de rit. De picknickmand gaat als laatste in de auto die overladen is met skispullen voor de komende week. Al zwaaiend naar mijn broertje, die op het huis mag passen, rijden we oprit af. De pick-up jeep lijkt groot maar die achterbank blijkt verdomd klein te zijn. We zijn nog geen kilometer van huis en van de volle picknickmand is nog amper iets over. Met zijn mond vol brood roept papa naar ons: “En jongfens zitten jullie een beeftje lekkfer daar afterin?" - “Jaja, we doen ons best”, antwoord ik al sjorrend aan het dekbed. Het is donker en er is geen kat op de weg. Lander en ik liggen languit op de achterbank. Na een hoop gedraai en geprop, hebben we besloten dat deze lepeltjeshouding ons prima bevalt. Ik lig knus met mijn rug tegen Landers' borst, hij met zijn armen om mij heengeslagen. “Lig je lekker?”, vraagt Lander terwijl hij zachtjes in mijn zij knijpt. Ik lach en teken een smiley op het raam boven ons hoofd. Ik nestel me nog dieper in zijn schoot terwijl Lander zich tegen mij aandrukt. “Slaap lekker, vriendje, als we wakker worden zijn we in Frankrijk.” “Mmm”, antwoordt hij, “Slaapwel, Sophietje”. Ik luister naar zijn ademhaling die steeds zwaarder wordt. “Shit man, waarom kan ik nou nooit gewoon eens meteen in slaap vallen?”, mopper ik in mezelf. Voorzichtig probeer ik te gaan verliggen zonder Lander wakker te maken. Met het geluid van de ronkende motor op de achtergrond zak ik langzaam weg in gedachten. Lander en ik, samen bengelend in een skilift met uitzicht op besneeuwde bergtoppen.

Opeens een knal en ik ben op slag helder. Ik word vanaf de achterbank naar voren gekatapulteerd waardoor ik tussen de twee voorstoelen klem kom te zitten. Al worstelend richt ik mezelf op en klamp me vast aan papa's hoofdsteun. “Wat doe jij!” schreeuw ik verdwaasd. “Hou je vast!!”, brult papa. Zijn stem gaat door merg en been. Een golf van paniek overvalt me. Met een enorme snelheid duikelen we de diepte in en zie ik de felgroene grassprietjes door de voorruit op me af komen. Het gras is hel groen omhuld door een glanzend laagje zilverkleurig ochtenddauw. Het is de eerste dag van de lente.

Ik droom. Ik denk dat ik droom. Het is pikdonker. Ik heb geen idee waar ik ben. Ik kan niet bewegen. Ik droom. Of toch niet? Ik heb zin om verder te slapen. Waar was ik voordat ik ging dromen? Ik lag met Lander in de auto. Lander? Lander! We zijn verongelukt. Kut. Ik moet hier uit. Ik roep. Maar ik zie niks. Ik hoor niks. Ik voel niks. Puur afgaand op mijn instinct probeer ik me los te wringen uit datgene wat mij vasthoudt. Er komt een vaag besef dat ik in de deken gerold lig waaronder wij in slaap vielen. Gevolgd door een overweldigende drift om de auto uit te komen. De bezorgdheid naar Lander toe dat ik hem geen pijn mag doen op weg naar buiten want hij ligt hier ook. Heel voorzichtig wring ik me uit het dekbed. Via het kapotte zijraampje kruip ik op ellebogen en knieën het asfalt op. De glasscherven knarsen en snijden in mijn huid. Ik ben verdoofd. Ik kan niet verder kijken dan waar ik me op dat moment bevind. Lander moet die auto uit! Ik hoor mijn naam ergens in de verte. Versuft probeer ik mijn hoofd op te richten. "Oh Sophie, je bent niet dood!” Ik zie mijn vader in de verte. De straatlantaarns schijnen een gelig licht op hem. Hij staat kromgebogen over een lichaam. Daarna komt hij moeizaam op mij af gestrompeld. Ik zit in een hele dichte waas en alles gaat heel traag. Uit het niets staat er opeens een vrouw voor me. Ik kijk naar boven. Ze knielt voor mij neer. Op dat moment zie ik Lander waardoor ik alles om me heen vergeet. Zonder na te denken sleep ik mijn lichaam naar hem toe. “Lander, Lander! Alsjeblieft wordt wakker. Geef antwoord!” Ik vlei me tegen zijn verstijfde lichaam aan. Ik omarm hem terwijl we samen op het asfalt liggen. De vrouw van daarnet komt in kleermakerszit bij ons zitten en legt mijn hoofd in haar schoot. Ze vertelt me dat we een heel erg ongeluk hebben gehad en dat iedereen opgelucht is dat ik nog leef. Ik ben blij dat ze er is. Ik ben haar dankbaar en wil dat ze voor altijd blijft. Ik word weer even helder. Het besef dat ik midden op het asfalt tegen het levenloze lichaam van mijn vriendje lig, komt als een mokerslag binnen. “Lander luister, dit is gewoon een droom. Als je straks wakker wordt zijn we in de bergen en gaan we snowboarden”, fluister ik hem toe. De vrouw praat tegen mij terwijl ik tegen Lander praat. Ik schreeuw. Ik huil. Ik ben stil. Lander reageert niet. Maar het horen van zijn zware ademhaling stelt me gerust. Er is ook een onbekende man. Deze man komt op ons af. Hij is lang en mager en hij is in het Engels aan het bellen. Tegen mij praat hij Nederlands. Hij hoort bij de vrouw. Met een bezorgde blik onderzoekt hij Lander. Ondertussen zie ik papa met moeite op ons af strompelen. Als een aap, op armen en benen baant hij zich een weg naar ons. Dan besef ik dat het lichaam, waar hij zich overheen boog, mama is. Dit is niet goed. We zijn in de hel beland. Mama ligt 15 meter verderop en geeft geen enkel teken van leven. Ik heb te weinig kracht om me op richten en me naar mama te verplaatsen. Papa strompelt gebroken in het rond. Af en toe schreeuwt hij wanhopig iets over hulpdiensten die niet komen. De man is bezig met de twee lichamen terwijl hij in zijn telefoon schreeuwt. En ik lig met een wildvreemde vrouw en mijn vriendje in een plas met bloed. Zijn bloed. Zouden er nu geen ziekenwagens moeten komen? Ik kijk om me heen. Chaos. Overal spullen. Bloed. Glas. Wat is er gebeurd? Autos rijden langzaam voorbij en ik zie afkeer in de ogen van de passanten. “Stop! Arrête!”, roept de helpende man naar de autos, “we hebben hulp nodig, er moeten mensen warm gehouden worden!” Niemand stopt. Niemand. Behalve één vrachtwagenchauffeur maar die besluit na het aanschouwen van het gruwelijke tafereel toch maar weer door te rijden. Het scheelt niks of hij rijdt zo over Lander en mij heen. Ik zie de gigantische banden langs mij heen glijden. “Godverdomme doe eens even normaal man, stomme klootzak!”, krijs ik, op slag weer helder. Een intens gevoel van hulpeloosheid overvalt me. Wat sta je daar nou? Gooi die sigaret weg en kom helpen! Kijk eens wat je hier hebt aangericht! Dit is allemaal jouw schuld!” hoor ik de behulpzame man weer schreeuwen. In een fractie van een seconde probeer ik me op te richten om te zien wie ons dit heeft aangedaan. Maar de vrouw legt mijn hoofd weer in haar schoot. Ze praat tegen mij en ik luister naar haar zachte stem. Ik weet niet wat ze zegt. Ik vraag haar of het goedkomt met Lander. Ze zegt dat we moeten bidden. "Bidden?" Ik word boos: “Eerlijk zeggen! Komt het goed met hem of niet?” De vrouw kijkt me aan en antwoordt dat ze me heel graag zou willen vertellen dat het allemaal goed komt maar dat ze dat niet kan. Dat het wel heel erg slecht gaat met Lander maar dat ik erin moet blijven geloven en we hem erbij moeten houden. Dus roep ik hem. “Lander! LANDER!” Van de ene op de andere seconde zijn Landers' ogen wijd opengesperd. Dat geeft me hoop. Ik hoor hem ademen. Hij ademt en zijn ogen zijn open. Hij is jong en sterk en zal dit overleven. Ik word rustig en ontspan mezelf. Papa en de behulpzame man zijn ergens in de verte bezig met mama. Opeens begin ik te giechelen. “Oepsie, sorry ik heb in mijn broek geplast”, fluister ik tegen de vrouw terwijl ik naar de donkere vlek in de kruis van mijn broek kijk. Ze glimlacht en omarmt mij. “Dat is toch helemaal niet erg, Sophietje.” Ik zak weer weg. Na een eindeloze afwachten hoor ik sirenes en zie ik helikopters boven mijn hoofd vliegen . Ambulanciers rennen schreeuwend in het rond. Ik kijk toe terwijl een paar mannen in felgele pakken zich over Lander ontfermen. Het apparaat dat ze met hem verbinden geeft een hartslag! Hij leeft! Zie je wel, hij leeft! Op het moment dat ze hem intuberen, reageert Lander heel heftig. Zijn lichaam stokt en kronkelt. “Pas op, jullie doen hem pijn!”, gil ik. Maar niemand hoort mij. Ik zie dat papa een eindje verderop in elkaar gezakt naar mij ligt te kijken. Ik voel me rustig, moe en ik zak weer weg. Helikopters stijgen weer op en vliegen weg. Lander is weg. Mama is weg. Papa is weg. Dan ben ik aan de beurt. Ik word op een brancard getild en een ambulance in gereden. Er wordt Frans gepraat. Ik versta de ambulancebroeder, hij zegt lieve dingen. Dan besef ik weer dat Lander weg is. Ondanks de hele situatie spreek ik nog prima Frans “Où est mon copain? Est-ce-que mon copain est mort?” Ik word aan een infuus gelegd om een paar uur later wakker te worden in het ziekenhuis. Daar hoor ik dat Lander overleden is en mama nog in levensgevaar verkeert. 



_______________

Een dronken bestuurder is met een rotvaart achter op onze auto geknald woordoor we gekatapulteerd zijn en meermaals overkop gingen. Lander en mijn moeder zijn uit de auto geslingerd. Lander kwam op het asfalt terecht en mijn moeder in de berm. Lander overleed drie uur later in het ziekenhuis. Mama heeft het, ondanks haar ontelbare zware letsels, overleefd. Het duurde ruim 55 (!) minuten voordat de hulpdiensten ter plekke waren.
Lieve mensen. Stap niet dronken in de auto. Er zijn nog veel te veel mensen die dit, ondanks alle waarschuwingen, doen. Als deze man niet met alcohol op achter het stuur was gekropen, was dit ongeluk hoogstwaarschijnlijk nooit gebeurd en was velen een berg ellende bespaard gebleven. 










donderdag 28 november 2013

woensdag 12 juni 2013

schoolopdracht 1 JOU, gedrukte media. artikel voor mannenblad.

originele tip om je relatie te vermijden

Zet haar op Ebay 


Het klinkt misschien een beetje vreemd. Maar dit is DE manier om van je vrouw af te komen. Je doet haar hierbij ook nog eens een gunst want niet alleen jij verdient een centje bij, je helpt haar ook nog eens mee aan een nieuwe vent. Probleemoplossend denken, noemt men dat. Precies waar wij mannen goed in zijn. 
Het enige wat je nodig hebt is een sexy foto van je vrouw met zoveel mogelijk naakt. Liefst blote tieten en gespreide beentjes. Hoe geiler, hoe beter. Is je vrouw zo lelijk dat je vreest voor weinig interesse van je mannelijke medemens, kan die photoshopcursus ook nog altijd van pas komen. Op de naaktfoto van een hete mokkel kan je zonder al te veel moeite de kop van uw vrouw plakken of andersom. Leg het er niet te dik op. Het lijf van Pamela is misschien net iets te veel van het goeie en je loopt zo ook het risico dat de potentiele koper Pammies borsten herkent. Je mag natuurlijk niet door de mand vallen. Dit is misschien een lichte vorm van bedrog voor de koper maar succes gegarandeerd. 
Als de geïnteresseerde moeilijk doet, zeg dat hij al haar spullen erbij krijgt. Dan ben je daar ook meteen vanaf. Je kunt het natuurlijk ook omdraaien. Al haar spullen te koop aanbieden en uw vrouw er gratis bijgeven. Hou de vraagprijs laag, des te sneller ben je van haar af en zo weet de klant ook dat hij niet te veel mag verwachten. 
Een niet-tevreden-geld-terug garantie wordt ten zeerste afgeraden. Echt gezelliger zal het er thuis niet op worden als uw lieftallige vrouw weer bij u op de stoep gedumpt wordt. 


dinsdag 2 april 2013

i am a hip-hop fan.






eastcoast VS westcoast






♥ A$AP ROCKY elpee. 




 HIP HOP FASHION :)





mijn Nike Air Force 1 sneakers.

mijn vans na The Roots concert @ Rivierenhof.

maandag 1 april 2013

sneaker release.



ik ben al een tijd op zoek naar het perfecte paar nikes voor deze zomer. beetje casual, beetje chic, beetje sportief, beetje stoer, beetje girly, beetje apart en toch simpel. niet de makkelijkste combi.

2 weken geleden zag ik op de facebookpagina van de Avenue Sneakerstore dat de nike air max "home turf" collection bij hen binnen zou komen als enige winkel in België, en deze winkel zit notabene bij mij om de hoek. ik ben op slag verliefd op de Milan versie maaaarrr natuurlijk: deze uitvoering is limited edition, ze komen vanaf maat 38.5 en er is maar 1 paar schoenen per maat. en da's goed kut aangezien menig mens hysterisch op de facebookfoto reageert. op naar de Avenue dus, om te vragen hoe ik het het best aan kan pakken om tijdens de sneaker release kans te maken op deze pareltjes. "als je zeker wilt zijn moet je voor de deur komen slapen, want het wordt enorm druk!" ja daag, zo gek ben ik toch niet? voor een paar schoenen een hele nacht in de vrieskou gaan liggen? het lijkt me wel grappig om zoiets een keertje mee te maken. mensen die van heinde en verre met z'n allen in hun slaapzakje voor de deur van een winkel gaan liggen bibberen voor het veroveren van sneakers. maar als ik daar nou gewoon een paar uur vantevoren ga staan, kan ik dat hele gebeuren aanschouwen en zie ik dan wel of ik die schoenen al dan niet te pakken krijg. de releasedatum wordt een paar keer verzet maar uiteindelijk staat hij definitief op zaterdag 30 maart. de winkel gaat open vanaf 10:00 dus wil ik er om 08:00 staan. vrijdagavond 23:50, tijdens het uitlaten van willem, kan ik het toch niet laten om alvast even langs de plek te lopen waar het de volgende ochtend allemaal zou gebeuren. en ja hoor, daar staan ze al. 2 jongens en 1 meisje. en 1 van de jongens heeft een lijst opgehangen waar iedereen hun naam+schoen+maat op moet schrijven op volgorde van aankomst. hij slaapt in zijn auto en zal elk uur komen controleren of je er bent, zoniet word je zonder pardon van de lijst geschrapt. "dus jij denkt dat je zo'n lijst op kunt hangen en de boel in je eentje kunt regelen zonder dat de winkel ervan weet? wordt er uberhaupt naar die lijst gekeken tijdens de release?" vraag ik aan hem. ik krijg een beetje een vaag antwoord.
zijn naam staat uiteraard bovenaan, Nicolas. en natuuuuurlijk staat dat meisje eronder met haar naam + nike air max milan + 38.5. shit. mijn schoenen, mijn maat. dat meisje is samen met haar vriend uit Wallonië gekomen om de hele nacht door te brengen in de buurt van de winkel. die schoenen kan ik dus mooi op mijn buik schrijven aangezien ik eigenlijk een maatje 38 heb en maat 39 dus te groot zal zijn. om het zekere voor het onzekere te nemen, schrijf ik mijn naam onder die van mijn concurrente, in de hoop dat ze zich die nacht zo hard zal bezatten dat ze de schoenenrelease zou vergeten, of iets dergelijks. 
Avenue SneakerStore
gelukkig is mijn maatje Bernd ook wel in voor een gezellig ontbijtje naast de deur van de Avenue. voorzien van een grote thermoskan hete thee en gezond voedselpakket trekken we goedgeluimd ten strijde. als we om 08:30 aankomen, is het een sombere bedoeling. een tiental jongens hangen in hun slaapzak op een vissersstoeltje te bevriezen. wèènig ambiance. geen muziek. geen drank. geen meisjes! huh? waar is dat ene meisje. dat meisje die het ook op mijn schatjes gemunt heeft. de lijst! mijn naam is van de lijst geschrapt. wat ook wel te verwachten was. het meisje, Camille, staat nog netjes bovenaan. maar zowel Camille als haar vriend, zijn in geen velden of wegen te bekennen. ik schrijf mijn naam weer onderaan de lijst. "waar is dat franstalige koppel?", vraag ik aan Nicolas aka de regeltante. hij vertelt dat die twee eventjes wat te eten gingen halen en dat ze al ruim een half uur weg zijn maar dat hij ze voorlopig niet van de lijst wilt schrappen omdat ze wel van ver komen. terwijl Bernd en ik al giechelend ons ontbijt nuttigen op de heftruck die naast de winkel geparkeerd staat, hoop ik dat Camille en haar vriend niet meer komen. om 09:30 besluit Nicolas het stelletje van de lijst te schrappen omdat het natuurlijk niet de bedoeling is om er net voor de opening tussenuit te naaien en zo lang weg te blijven :D (jaaaa bedankt! i love you Nicolas!!). ik heb weer hoop (en hoop doet leveeeuu!). als Bernd om 09:45 richting zijn werk vertrekt (ik mag gelukkig wat later beginnen werken) schuifel ik alvast subtiel richting de winkeldeur. op dat moment verschijnt het franstalige stel weer op het toneel. ze zijn flink pissig dat ze van de lijst geschrapt zijn. ze spreken geen Nederlands, dus is het een beetje moeilijk discusseren. ik hou me er wijselijk buiten :) om tien uur gaat de deur voorzichtig een stukje open en een blond hoofd komt het hoekje om. de eigenaresse vraagt wie er voor de deur geslapen heeft. dat zijn Nicolas, Thomas en nog twee gasten. deze jongens zijn het vooral te doen om de New Balance sneakers. Nicolas zegt haar dat hij een lijst opgesteld heeft, maar daar moet de dame niks van weten. "aan een lijst heb ik niks, degenen die hier de hele nacht hebben liggen slapen, mogen eerst en daarna mogen degenen die als eerste voor de deur staan." aha! rara wie er als eerste voor de deur staat? ikke! jawel! niks geen lijst. zei ik toch! na 10min zijn de vier mannen klaar en mag ik naar binnen voor het aanpassen van mijn hartendiefjes. het lukt me amper de schoenen aan te krijgen omdat ik verstijfd ben van de kou, maar dat kan de pret niet drukken. de blonde vrouw controleert even of ze mij wel passen. er mag namelijk maar 1 paar p.p. verkocht worden en alleen in de maat van die persoon zelf om handel op bvb. ebay te voorkomen. joepieee verkocht! als een blij kind hol ik naar huis met mijn nieuwe schoentjes. het was een leuke ervaring en zeker het bevriezen waard!

donderdag 28 maart 2013

woensdag 27 maart 2013

groeeeen.



ik ben verslaafd.

ja ik denk dat je het zo wel kunt stellen.
de drang om planten te kopen, is bij mij constant aanwezig. elke plant die aan mijn neus voorbij komt, wil ik kopen. op zondagen struin ik op de Vreemdelingen markt in Antwerpen rond, op zoek naar mooi groen om elke kamer in huis mee te vullen. soms heb ik het gevoel dat ik in een aquarium woon. ik word er serieus instant gelukkig van.
nu het eindelijk lente is, ben ik enthousiast op zoek naar zaadjes die ik kan planten in o.a. de bloembakken op ons balkonnetje. ik ben eerder een plantenmens dan een bloemenmens. hoewel tulpen toch ook keer op keer mijn hart stelen. helaas is het nog net te koud voor mijn tulpenbollen, die ik vorige week in Amsterdam gescoord heb. niet dat ik echt ontzettend groene vingers heb hoor. de helft van mijn planten zijn binnen een maand dood omdat ik ze weer eens te weinig of vaak ook te veel water geef. vind het allemaal heel leuk om te hebben maar als ze eenmaal staan, vergeet ik ze natuurlijk te verzorgen. nu ik eraan denk, ga ze snel allemaal even water geven :)




het is trouwens onzin dat je geen planten in je slaapkamer mag zetten. het is misschien wel zo dat planten 's nachts zuurstof aan de lucht onttrekken maar deze hoeveelheid is zo gering dat dit geen invloed heeft op de luchtkwaliteit aangezien de planten overdag de co2 uit de lucht trekken en zuurstof afgeven. het is zelfs gezond om een plant naast je bed te zetten. het fabeltje is ontstaan rond de jaren '70. in die periode waren lelies erg populair. deze bloem geeft een sterke geur af waardoor sommige mensen hoofdpijn kregen. vandaar kwam de gewoonte om de bloemen 's nachts op de gang te zetten.

onze slaapkamer

woonkamer


mijn studeerhoek


tulpenbollen.


tv meubel


woensdag 20 februari 2013

holy shit.


Jodelahitiee! De zon verwarmt de stad met haar zachte gele gloed. Ik wandel, met mijn trouwe viervoeter aan mijn zij, door de prachtige Antwerpse modebuurt. Ray-Ban brilletje kan eindelijk weer op de neus en mijn nieuwe babyblauwe Creepers maken mijn outfit hipper dan hip. Jemig, wat hou ik toch van deze stad. Met het zonnetje op mijn bol flaneer ik door de Nationalestraat waar ik me nu al ruim anderhalf jaar trotse bewoner van mag noemen. Af en toe een knipoog naar de straatwerkers die als echte gangsters met gouden kettingen, broek op de enkels en blote ruggetjes met stenen van 10kg lopen te sjouwen. Bijna een jaar geleden begon men hier met de straatwerken die nu al menig maand afgerond hadden moeten zijn. Oudjes die bibberend door de modder strompelen om er vervolgens met hun kunstgebit in te belanden. Inbraken, vandalisme, overlast. Niks controle dus iedereen gaat los. Menig man die hun zaak moet sluiten doordat niemand hier zich nog op een fatsoenlijke manier kan verplaatsen. Heel vervelend allemaal hoor. Maar de Stad maakt zich duidelijk niet druk, dus waarom zou ik dat wel doen? Het is hier nu in ieder geval wel lekker rustig. Komende maanden nog geen verkeer dus kan voorlopig niet overreden worden door een of andere hondsdolle tram. Genietend van deze geruststellende gedachte paradeer ik verder. Opeens wordt mijn aandacht getrokken door iets dat zich een eindje verderop in de straat bevindt. Het is een man. En wat voor een! Zijn prachtige lange haar wappert onder zijn zwarte pet vandaan. Ik voel me lichtelijk bedwelmd maar ik roep mezelf snel tot orde. Ik wuif en schenk hem mijn mooiste glimlach en hij lacht terug. Zelfverzekerd blijf ik zijn blik vasthouden terwijl hij dichter en dichter komt. Totdat er opeens hardhandig aan mijn arm getrokken wordt. Het is Willem die uitgerekend op dit moment, uitgebreid een drol gaat zitten draaien. SHIT! De adembenemende verschijning (of moet ik zeggen verschijting?) komt dichterbij. Ongemakkelijk schuifel ik een beetje om Willem heen, die al puffend zijn grote kado tevoorschijn perst. Ik probeer de drol uit het zicht van de langharige hunk te houden. Tevergeefs. Met een rode kop en verwrongen lachje om mijn lippen probeer ik mezelf lichtelijk te verontschuldigen. Seconden lijken minuten, minuten lijken uren. Eindelijk is Willem klaar. Trots (volgens mij vooral opgelucht) springt hij op. Ik sta oog in oog met de grootste hoop stront die ik ooit heb mogen aanschouwen. “Amai die heej goe zun best gedon! Da gade toch wel schoewn moge opkuise ze juffraaa!”, roept een van de vier bouwvakkers die 50 meter verderop tegen een heftruk staat te leunen. Her en der wat gelach. “Ja ja”, mompel ik en ik lach wat onhandig terug. De hunk passeert mij en het schaamrood kleurt mijn oren. Godverdomme. Laat ook maar zitten. Diep in mijn hart vervloek ik het beest. Ik schraap al mijn moed, dat zich ondertussen ergens onderin mijn schoenen bevindt, bij elkaar en pak een boterhamzakje. Schichtig kijk ik om me heen. Links, rechts, nee niemand kijkt. Door mijn knieën gebogen, graai ik in de dampende brei die zich voor mijn voeten bevindt. Shit, hier heb ik minstens twee zakjes voor nodig. Vlug pluk ik een tweede zakje uit mijn jaszak en omvouw ik er de rest van de brokkelpap mee die nog op de grond ligt. Oke, nu heb ik twee doorschijnende zakken vol stront en geen vuilnisbak te bekennen. Lekker is dat. Byebye hete hunks, bedankt Antwerpen. Ik hou van je.